Eén van de gevolgen van het hand-arm vibratie syndroom (HAVS) is dat je tintelingen of een doof of dood gevoel in je vingers of handen kunt krijgen. Dit zijn meestal de eerste verschijnselen en het kan behoorlijk confronterend zijn te merken dat je gevoel in een paar vingers verminderd is, of zelfs volledig verdwenen is. Ook kunnen de kleine bloedvaatjes in de vingers aangetast worden. Het gevolg is dat de vingers koud aanvoelen en wit worden: het “witte vinger syndroom” of ziekte van Raynaud (in het Engels: vibration-induced white finger ofwel VWF). In koude omgeving ontstaat dit sneller en wordt, zodra de bloeddoorstroming na opwarmen weer op gang komt, soms als pijnlijk ervaren. In extreme gevallen en met name door het werken met sterk schokkend handgereedschap (bijvoorbeeld persluchtgereedschap) kunnen naast spierpijn en stijfheid ook afwijkingen aan botten en gewrichten ontstaan.
De zenuwuiteinden en bloedvaten zijn niet voor alle trillingsfrequenties even gevoelig. Op dit moment wordt ervan uitgegaan dat de grootste gevoeligheid ligt bij frequenties tussen 8 en 20 Hz. Iets hogere frequenties dus ten opzichte van lichaamstrillingen. Meetuitkomsten worden altijd gepresenteerd nadat ze gewogen zijn voor de gevoeligheid van de verschillende frequenties. Hierbij geldt dat hoge frequenties (boven 160 Hz) en heel lage frequenties (beneden 2 Hz) nauwelijks bijdragen. Dit betekent dat handgereedschap dat op volle toeren draait (dit zal een hoge frequentie opleveren) wél voelbaar trilt, maar dat een meting hier een lage blootstelling zal laten zien.
Evenals bij lichaamstrillingen kunnen hand-arm trillingen in drie richtingen voorkomen: loodrecht op de handpalm, langs de
Een opnemer voor hand-arm trillingen vastgehouden op het handvat van een kettingzaag. Aangegeven zijn de drie richtingen waarin de trillingen gemeten worden
Een meting wordt altijd verricht met drie miniatuuropnemers – één voor elke richting – gemonteerd in een lichtgewicht houder, die op zijn beurt weer wordt vastgeklemd tussen hand en handvat, of op die laatste wordt vastgezet. Voor twee handvatten worden twee van dergelijke sets gebruikt.
Als alternatief zou je de grootte van de blootstelling aan hand-arm trillingen kunnen schatten met hulp van de enkele in het buitenland beschikbare databases (dit zijn dezelfde databases als naar verwezen is bij de beschrijving van lichaamstrillingen op deze site). Het nadeel van de daar gerapporteerde gegevens is dat je vaak niet de meetgegevens aantreft van het door jou gehanteerde merk en type gereedschap. Belangrijk is dan dat je in ieder geval eenzelfde soort machine in dezelfde vermogensklasse en met dezelfde aandrijving (elektrisch, brandstofmotor, pneumatisch, et cetera) weet te vinden, en zo mogelijk met dezelfde eigenschappen om overmatige trillingsoverbrenging naar de handvatten te voorkomen. Dan nog kunnen de omstandigheden, bijvoorbeeld het type werkzaamheden, de bedrijfssnelheid, de gehanteerde grijpkracht, of het type materiaal dat bewerkt wordt, sterk verschillen. En dat heeft een onbekend effect op de blootstelling. Komen echter machine en gerapporteerde omstandigheden goed overeen met die bij jou, dan kun je wellicht de trillingswaarden gebruiken voor het schatten van de blootstelling in je eigen situatie.
basis van de vingers, en in de lengterichting van de hand (zie de figuur). Het is niet bekend of trillingen in een bepaalde richting meer of minder schadelijk zijn ten opzichte van de andere richtingen. Om deze reden worden de trillingen in alle richtingen even zwaar gewogen en als vectorsom (dit is hetzelfde als de RMS of Root-Mean-Square waarde van de trillingswaarden van de drie richtingen) opgeteld. De resultante wordt aangeduid als ahv of ook wel als VTV (Vibration Total Value; in m/s2). Indien op een dag verschillende typen handgereedschap worden vastgehouden wordt de totale blootstelling als vectorsom berekend, waarbij de blootstellingstijden worden meegewogen. Wettelijk is vastgelegd dat de aldus bepaalde dagelijkse blootstelling niet boven 5 m/s2 mag komen. Dit geldt voor elke willekeurige werkdag. Dit wordt gehanteerd als scherpe grens. Echter, ook onder deze waarde bestaat een zeker risico. Om veilig te kunnen werken hanteert de wet een bovengrens van 2.5 m/s2 voor elke willekeurige werkdag. Hoe kun je weten hoe hoog jouw trillingsblootstelling zal zijn? Het meest zeker in jouw eigen situatie ben je met een meting. Dit geldt zeker indien de meting van voldoende lange duur is en ook het grootste deel van de variatie in uitvoering en omstandigheden van het werk wordt meegenomen. Daarnaast moeten er voldoende herhalingen van elke taak worden gemeten, omdat de blootstelling per keer behoorlijk kan verschillen. Uiteraard mag een meting het normale gebruik van het gereedschap niet hinderen of beïnvloeden. Als meerdere personen het gereedschap gebruiken kan de blootstelling tussen de personen ook verschillen, bijvoorbeeld als gevolg van het verschil in kracht waarmee het gereedschap wordt vastgehouden. Ook moet in principe elke taak die aan de blootstelling kan bijdragen gemeten worden. Voor een meting wordt daarom aangeraden voldoende tijd te nemen.
Indien meerdere waarden bekend zijn en je twijfelt over de omstandigheden, gebruik dan om veiligheidsredenen de hoogste waarde. Daarbij kun je een trillingscalculator gebruiken (te vinden op het Internet). En mocht je een meting door ons laten uitvoeren, weet dan dat ook jij je steentje bijdraagt aan de algemeen beschikbare kennis.
Ook fabrikanten en leveranciers moeten – bij wet verplicht – trillingswaarden van het gereedschap opleveren in de handleiding. Soms staan deze vermeld op de website van de fabrikant. Voor veel typen typen gereedschap bestaan specifieke testcodes. Deze beschrijven in detail hoe de zogenoemde trillingsemissie moet worden bepaald voor specifieke apparatengroepen. Ook bestaat er een algemene richtlijn voor het bepalen van de trillingsemissie. Deze wordt toegepast indien er geen specifieke testcode is opgesteld. En voor alle geldt dat de in de code omschreven standaardomstandigheden heel erg kunnen afwijken van die in je eigen praktijk. In diverse onderzoeken is laten zien dat de door de fabrikant gerapporteerde waarden vrijwel altijd lager liggen dan die in de praktijk. Door de Europese Unie wordt dan ook een correctiefactor tussen 1 en 2 geadviseerd, afhankelijk van het type gereedschap. Dit om de gerapporteerde waarde om te zetten in een ruwe schatting van de blootstelling.
Een belangrijke stap in het maken van een betrouwbare schatting van de dagelijkse blootstelling aan hand-arm trillingen is het goed vastleggen van de tijd die aan de verschillende taken wordt besteed. De beste aanpak is het beschrijven van een normaal werkdagpatroon of, nog beter, het beschrijven van de uiterste werkdagpatronen. Werkpatroon en grootte van de trillingen tezamen bepalen de dagelijkse blootstelling.
Metingen door ErgoLab Research vinden altijd plaats aan de hand van de geldende internationale standaards, waarbij de meetapparatuur voldoet aan de eisen die hieraan worden gesteld. Bovendien worden de opnemers voorafgaand aan iedere meting geijkt. Standaard wordt een meting gecombineerd met video-opnamen en eventueel met meting van de uitgeoefende spierkracht of lichaamshoudingen.
Betrokkenheid bij een meting is belangrijk voor het verkrijgen van het beste resultaat
Op deze wijze kunnen onderdelen van een taak worden beoordeeld zonder dat de taak moet worden onderbroken. Het grote voordeel hiervan is dat duidelijk wordt wat de bijdrage van de taakonderdelen is aan de totale trillingsblootstelling en welk effect een eventuele aanpassing van omstandigheden zal hebben op het geheel. Specifieke deskundigheid is tevens aanwezig op het gebied van trillingsdemping, bijvoorbeeld het gebruik van antivibratie handschoenen. In een eerdere studie van ErgoLab Research is laten zien dat de trillingsverminderende eigenschappen van deze laatste soms niet afgestemd zijn op de gehanteerde gereedschappen en dat soms juist versterking van de trillingsblootstelling optreedt.
Omdat alle data exact traceerbaar zijn en tezamen met de omstandigheden worden beschreven in de rapportage van een meting, voldoet een rapport van ErgoLab Research aan de eisen van een goede documentatie, zoals genoemd in het Arbeidsomstandighedenbesluit, en aan de eisen gesteld door de ISO organisatie. Bovendien willen wij onze rapporten voor eenieder leesbaar houden door het goed uitleggen van gebruikte vaktermen. Diverse voorbeelden kun je vinden onder het kopje "publicaties".
ErgoLab Research BV ©
site geüpdatet: 30-05-2024
Website design: Pelle Oude Vrielink