ErgoLab Research

lichaamstrillingen

home > metingen > lichaamstrillingen

lichaamstrillingen

 

In welke mate trillingen gezondheidsschade kunnen  veroorzaken is al meerdere decennia onderwerp van onderzoek in diverse landen. Enkele belangrijke conclusies zijn:

  • Het lichaam is meer gevoelig voor trillingen in het horizontale vlak dan voor verticale trillingen. Om deze reden wordt de sterkte van gemeten trillingen in de voor-achter en zijwaarts richting met 1.4 vermenigvuldigd ten opzichte van die in verticale richting.
  • Niet alle frequenties van de trillingen zijn even schadelijk en de gevoeligheid van het lichaam verschilt per trillingsrichting. Het meest gevoelig is het lichaam voor frequenties tussen 4 en 10 Hz in verticale richting; in horizontale richting is dit tussen 0.8 en 1.6 Hz. Van frequenties boven 250 Hz mag nauwelijks nog een effect worden verwacht. Gepresenteerde meetuitkomsten zijn altijd gewogen voor de gevoeligheid van de verschillende frequenties. Vandaar dat een vol-gas draaiende motor (hoge frequentie) van een stilstaand voertuig wél voelbaar trilt, maar dat een meting hier een heel lage uitslag laat zien.
  • Er is geen universele maat waarin de trillingsblootstelling moet worden uitgedrukt en die evalueert of de blootstelling schade kan veroorzaken. Meest gangbaar, en in de Nederlandse wetteksten opgenomen, is de RMS methode. Dit staat voor Root-Mean-Square en trillingswaarden worden tot de tweede macht genomen. De eenheid van de uitkomst, net als de ruwe trillingswaarden, is m/s2.

Uitslepen van stammen uit een bosgebied gaat gepaard met hoge trillingsblootstellingen in alle richtingen

de waarde 1.15 m/s2 niet overschrijden (voor de VDV waarde is dit 21 m/s1.75). In nogal wat onderzoek wordt geconstateerd dat deze waarde eigenlijk te hoog is en dat al bij lagere waarden een serieuze kans op het ontstaan van rugklachten bestaat. Over de ondergrens (0.5 m/s2), beneden welke een dagelijkse blootstelling geen duidelijk risico met zich zou meebrengen, bestaat minder twijfel. Voor de VDV methode is de ondergrens op 9.1 m/s1.75 bepaald. Voor de Sed zijn de boven- en ondergrens respectievelijk 0.8 MPa en 0.5 MPa.

  • Bepalend is de trillingsrichting met de hoogste waarde. Dit is in de regelgeving vastgelegd. Echter, in geval van trillingen die in meerdere richtingen een weinig verschillende grootte hebben zou de vectorsom van de drie richtingen mogelijk een betere maat vormen.

 

Wil je meer informatie over effecten van trillingen op de gezondheid, raadpleeg dan ook de begin 2015 verschenen multidisciplinaire richtlijn van de NVAB “Vermindering van blootstelling aan lichaamstrillingen om rugklachten te voorkómen” en het achtergronddocument erbij.

 

 

 

 

Er bestaan meerdere methoden om de grootte van de blootstelling aan lichaamstrillingen in een werksituatie of beroep te schatten. Het meest zeker is een meting mits de meting van voldoende lange duur is en de meeste variatie in de omstandigheden van het werk erin worden meegenomen. Dit betekent ook dat er voldoende herhalingen van elke

Een alternatief, meer gebruikelijk in het Verenigd Koninkrijk en als keuze opgenomen in de Europese wetteksten, is de VDV methode. Dit staat voor Vibration Dose Value. Trillingswaarden worden tot de vierde macht genomen. De uitkomsteenheid is m/s1.75. Er bestaan aanwijzingen dat de VDV methode, beter dan de RMS, relateert aan het ontstaan van rugklachten. Dit kan komen omdat de VDV methode sterkere trillingen en ook schokken zwaarder laat meetellen in de uitkomst. Tot slot is er de zogenoemde Sed methode, waarin trillingswaarden tot de zesde macht worden genomen. Belangrijk verschil ten opzichte van de voorgaande methoden is dat hier geen weging van de frequenties wordt toegepast. Bij deze methode wordt een trilling modelmatig omgezet in een versnellingsdosis van de wervelkolom. De methode is bedoeld ter evaluatie van schokken. De eenheid van de Sed, de “daily equivalent static compression dose”, is MPa. Andere uitkomstmaten als Crest Factor en MTVV (“Maximum Transient Vibration Value”) zijn minder gangbaar: de Crest Factor vanwege de gevoeligheid voor lage trillingsniveaus en de MTVV omdat over de eventuele consequenties voor de gezondheid nauwelijks inzicht in de literatuur bestaat.

  • Er is een risicogebied waarboven de trillingsblootstelling op termijn kan leiden tot rugklachten. Dit risicogebied is voor elk van de genoemde maten gedefinieerd. Dit betekent overigens niet dat er geen twijfel bestaat over die risicogebieden. Eensgezindheid bestaat over het standpunt dat het risico op het ontstaan van rugklachten toeneemt bij langere duur van de blootstelling, per werkdag en in arbeidsjaren. Volgens de Nederlandse en Europese wet mag een dagelijkse blootstelling aan lichaamstrillingen

taak moeten worden meegenomen en als het meerdere personen betreft, dat er een bewuste keuze van de personen moet worden gemaakt. En elke taak die aan de blootstelling kan bijdragen dient gemeten te worden. Voor een meting wordt daarom aangeraden

Een opnemer voor lichaamstrillingen gemonteerd op de juiste plaats en vastgezet met Duct-tape om verschuiven tijdens het werk te voorkomen

voldoende tijd te nemen. Een meting aan een zittend persoon wordt altijd verricht met een drie-richtingen opnemer omhuld in een rubber plaat die vastgezet wordt op het zitkussen van de stoel. Bij staande personen wordt de meting direct aan de bodemplaat verricht, midden tussen de voeten.

 

Als alternatief zou je ook de sterkte van de trillingen kunnen halen uit de enkele in het buitenland beschikbare databases (voor verwijzingen, zie het Achtergronddocument bij de lichaamstrillingen om rugklachten te voorkómen van de NVAB). Het nadeel van de in de databases gerapporteerde gegevens is dat je niet steeds weet wat de omstandigheden tijdens de meting zijn geweest. En die omstandigheden zijn juist zo belangrijk. Zie als voorbeeld de figuur hieronder waarin met een heftruck met verschillende snelheden over een vaste ondergrond is gereden. De rijsnelheid wordt in die databases zelden gerapporteerd. Om deze reden rapporteert ErgoLab Research zoveel mogelijk van die omstandigheden die van invloed kunnen zijn, naast de gemeten blootstellingen.

 

Komen machine en omstandigheden goed overeen met die bij jou, dan kun je wellicht de trillingswaarden gebruiken voor het schatten in je eigen situatie. Daarbij kun je een trillingscalculator gebruiken. Is dat niet het geval en laat je een meting door ons uitvoeren, dan draag je je steentje bij aan deze algemeen beschikbare kennis.

is aan de dagelijkse trillingsblootstelling. Ook kan hiermee het te verwachten effect van bijvoorbeeld het vlak maken van een vloergedeelte op de totale blootstelling duidelijk worden gemaakt. Specifieke deskundigheid is tevens aanwezig op het gebied van trillingsdemping: onderzoek door ErgoLab Research heeft uitgewezen dat de dempingseigenschappen van een gemonteerde stoel vaak niet

Voorbeeld van gemeten verticale trillingsblootstellingen bij vijf verschillende heftruck-stoel combinaties die rechtuit reden over Stelcon platen met drie verschillende snelheden. Opvallend is dat de waarden voor de heftrucks sterk spreiden en dat de trillingen altijd toenemen met hogere rijsnelheid

Ook fabrikanten en leveranciers moeten trillingswaarden van gereedschap, machine of voertuig geven. Soms staan deze op de website van de fabrikant, vaak zijn ze vermeld in de gebruikersinstructie of het onderhoudsboek. Overigens is dit een wettelijke verplichting van de fabrikant. Voor veel typen machines en voertuigen bestaan normen hoe deze zogenoemde trillingsemissie moet worden bepaald. Het vervelende is dat die standaardomstandigheden heel erg kunnen  afwijken van die in je eigen praktijk. Tal van onderzoeken laten dan ook zien dat de blootstelling van iemand tijdens normaal praktijkwerk meestal hoger ligt dan de door de fabrikant gerapporteerde waarde. De waarde zal correct zijn, maar de omstandigheden zijn veelal niet dezelfde.

 

Een belangrijke stap in het maken van een schatting van de dagelijkse blootstelling aan lichaamstrillingen is het goed en betrouwbaar vastleggen van de tijd die aan de verschillende taken wordt besteed. De beste aanpak is het beschrijven van een normaal werkdagpatroon of, nog beter, het beschrijven van de uiterste werkdagpatronen. Werkpatroon en grootte van de trillingen tezamen bepalen de dagelijkse blootstelling.

 

 

Metingen door ErgoLab Research vinden altijd plaats aan de hand van de geldende internationale standaards, met de eisen die aan de apparatuur worden gesteld. Bovendien worden de opnemers voorafgaand aan iedere meting geijkt. Speciaal is de koppeling van video-opnamen en rijsnelheidsmetingen aan de trillingsmetingen. De specialistische apparatuur maakt dat de individuele onderdelen van een taak kunnen worden beoordeeld, zonder onderbreking van de taak. Voordeel: duidelijk wordt wat de bijdrage van de taakonderdelen

Aan de metingen gaat een grondige test van de apparatuur op het voertuig zelf vooraf

zijn afgestemd op het voertuig, waardoor juist versterking van de trillingsblootstelling optreedt. Wij verrichten daarom parallelle metingen van de trillingen aan cabinebodem en stoel. Analyse hiervan maakt inzichtelijk of de gebruikte demping voldoet dan wel rond bepaalde frequenties verbeterd zou moeten worden.

 

Omdat alle data exact traceerbaar zijn en tezamen met de omstandigheden worden beschreven in de rapportage van een meting, voldoet een rapport van ErgoLab Research aan de eisen van een goede documentatie, zoals genoemd in het Arbeidsomstandighedenbesluit, en aan de eisen gesteld door de ISO organisatie. Bovendien is het ons nadrukkelijk streven de rapporten voor eenieder leesbaar te houden door het  uitleggen en toelichten van vaktermen. Diverse voorbeelden kun je vinden onder het kopje "publicaties".

 

Aan de metingen gaat een grondige test van de apparatuur op het voertuig zelf vooraf

ErgoLab Research BV ©

 

over ErgoLab Research / Disclaimer

 

Privacy Statement

 

site geüpdatet: 30-05-2024

 

 

 

 

 

Website design: Pelle Oude Vrielink